Nieuws

EY-topman Jeroen Davidson: ‘Ons internationale karakter behouden en tegelijkertijd onze vliegreizen binnen de perken houden, dat is de uitdaging’

Foto Jeroen Davidson

Onlangs sloot EY Nederland zich aan bij de Coalitie Anders Reizen. We vroegen Jeroen Davidson, voorzitter van de raad van bestuur van EY, naar zijn beweegredenen. Een gesprek over zuinig omspringen met de wereld om je heen, het goede doen als organisatie, en hoe je daarbij aantrekkelijk blijft voor reisgrage medewerkers.

Geef hem een oude fiets, en hij knapt hem op. Jeroen Davidson knutselt graag. Dingen repareren, zoveel mogelijk hergebruiken, vindt hij een uitdaging. Want de bestuursvoorzitter van EY Nederland houdt van efficiëntie – zuinig zijn met je spullen, je geld, je tijd, je omgeving, het milieu. Om diezelfde reden reist Davidson ook het liefst per fiets of trein naar zijn werk. “Ik woon in Amsterdam, waar ook één van onze kantoren staat. Op de fiets ben ik daar het snelst. Moet ik ergens anders in Nederland zijn en ik reis alleen, dan pak ik liever de trein. Dan kan ik rustig lezen, en ik heb er een hekel aan om in de file te staan. En meestal is het efficiënter om op het station aan te komen en een ov-fiets te nemen, dan midden in de stad een parkeerplek te moeten zoeken.”

Efficiënt en zuinig zijn betekent ook: een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk achterlaten op de wereld. “Ik vind het belangrijk dat je op dat gebied doet wat je kunt doen – persoonlijk, maar ook als bedrijf.” Dat gaat bij Davidson niet altijd zonder twijfel of worsteling. Want de wereld beter achterlaten voor de generaties die na ons komen, dat heeft iets ongrijpbaars. En hoeveel impact maak je nu eigenlijk als individu, of zelfs als organisatie met ruim 5000 medewerkers? Toch moet je je verantwoordelijkheid nemen, vindt hij. “Je moet als organisatie laten zien waar je voor staat. Ik hoop dat dat een ripple effect heeft.”

Verantwoordelijkheid nemen: hoe doet EY Nederland dat?
“Wij helpen veel van onze klanten om hun duurzaamheidsdoelstellingen te formuleren, uit te voeren en te meten. Ik vind: je kunt daar als organisatie niet over adviseren, als je zelf niets doet op dat gebied. Wat enorm helpt, is dat onze global organisatie heeft gezegd: in 2025 is onze wereldwijde CO2-uitstoot netto nul. Dat komt neer op 40 procent minder CO2-uitstoot in 2025, ten opzichte van 2019. Een verdere reductie, naar 50 procent minder uitstoot in 2030, is voor ons reeëel en haalbaar. Bij EY Nederland geven we vooral invulling aan die doelstelling door onze mobiliteit te verduurzamen.”

Begin dit jaar voerde EY een nieuwe mobiliteitsregeling in. Daarmee kunnen medewerkers kiezen voor het vervoersmiddel dat op dat moment bij ze past: de trein, fiets, e-scooter of elektrische auto. Een combinatie van verschillende mogelijkheden kan ook. Medewerkers regelen en registreren dit in een mobiliteits-app. Diezelfde app maakt inzichtelijk wat de CO2-impact van elke vervoerskeuze is, om zo duurzame opties te stimuleren. Voor internationale werkbezoeken geldt een verplichting voor reizen met de trein bij een reistijd tot 4 uur of een afstand tot 400 kilometer. En: per eind 2025 is het wagenpark, dat ruim 2400 auto’s telt, volledig elektrisch.

Uw adviseurs en accountants zitten veel in de auto. Stonden die meteen te juichen?
“Mensen houden niet van verandering. Dus toen we zeiden: alle lease-auto’s worden elektrisch, riep dat best wat weerstand op. Dat vraagt om goed verandermanagement.”

Wat vraagt dat van u als bestuurder?
“Het begint bij helderheid. Wat gaat er precies veranderen en waarom? Daar moet je zorgvuldig over nadenken en helder over communiceren. Het vraagt ook om goed luisteren naar medewerkers – ik kan wel denken dat ik alles weet, maar dat is niet zo. En je moet standvastig zijn, accepteren dat niet iedereen het met je eens is en dat heel veel mensen na een periode zien: het werkt toch. Natuurlijk moet je het zelf ook uitdragen, het zou niet goed zijn als ik elke dag met een zware SUV op kantoor kom aanzetten en tegen iedereen zeg: je moet op de fiets naar je werk.”

Uw medewerkers kunnen met de nieuwe regeling nog altijd voor 5 jaar een leasecontract afsluiten – straks weliswaar alleen nog voor een elektrische auto. Maar anders reizen betekent ook: andere vervoerskeuzes maken. Hoe stimuleert u dat?
“Ja, er worden veel autokilometers gemaakt. Overigens zie ik ook steeds meer jonge medewerkers die in de stad wonen en bewust níet voor een auto kiezen. Maar veel van onze mensen moeten nu eenmaal in uithoeken zijn waar je met het openbaar vervoer niet komt. Het gaat om het maken van slimme keuzes. Met de mobiliteits-app willen we dat stimuleren. Zo kun je ook zeggen: ik weet dat ik een aantal maanden per jaar bij een klant in zo’n uithoek moet zijn, dan neem ik alleen voor die maanden een shortlease auto. Dan heb je geen leaseauto die het hele jaar voor de deur staat, maar alleen voor een bepaalde periode.”

EY is een internationale organisatie, er wordt dus veel naar het buitenland gereisd. Maar 35% minder CO2-uitstoot in 2025 betekent ook dat het aantal zakelijke vluchten omlaag moet.
“Ja. In de coronatijd ging het niet-vliegen prima. Maar we zien nu weer een flinke toename in internationale mobiliteit. Mijn inzet is dat we dat weer terugbrengen naar het niveau dat nodig is om onze klimaatdoelstelling te halen. Onder andere door te verplichten dat korte reizen, naar Parijs, Frankfurt of Londen, per trein gaan. Maar ook door steeds te kijken: moet er wel gereisd worden? Een meeting van een uurtje kan ook prima via Teams. Dat is ook veel efficiënter.”

Werkt dat ook in de praktijk? Wat als die ene belangrijke klant zegt: ik wil dat je naar New York komt voor een meeting?
“Voor reizen naar klanten hanteren we minder strenge regels dan voor reizen naar interne EY-bijeenkomsten. Maar ook met klanten moet je het gesprek durven aangaan: is het wel efficiënt als we deze reis maken? Onze klanten zijn trouwens niet gek, die letten ook op kosten en op duurzaamheid. En natuurlijk moet je ook accepteren dat bepaalde reizen wél gewoon moeten.”

“Het grote dilemma, voor de meesten van ons, is dat reizen ook gewoon leuk is. Als een klant zegt, kom ons bezoeken, dan denk je: ja, graag! Het is fijn om persoonlijk contact te hebben met klanten, en ook nuttig om het kantoor of de fabriek van een klant met eigen ogen te zien. En veel mensen komen bij ons werken vanwege het internationale karakter van onze organisatie. Daar hoort ook bij dat je wel eens in het buitenland komt. Ons internationale karakter behouden en tegelijkertijd het aantal vliegreizen binnen de perken houden: dat is de uitdaging.”

Hoe zorgt u daarvoor?
“Door duidelijk beleid te maken. En door voor medewerkers inzichtelijk te maken wat de CO2-voetafdruk is van hun reisgedrag. We meten dat, dus we kunnen zien welke collega’s en afdelingen veel CO2 uitstoten. Daar kunnen we mensen dan op aanspreken. Het is niet zo dat je bij ons nooit reist, maar als je heel veel wilt reizen, dan kun je misschien beter piloot, steward of stewardess worden. We bieden medewerkers ook de kans om voor langere tijd in het buitenland te werken. Als je 3 maanden ergens anders werkt, maak je maar één vliegbeweging, maar heb je wel een enorme buitenlandervaring. Dat is dan weer efficiënt reizen.”

Aantrekkelijk werkgeverschap en een duurzaam mobiliteitsbeleid, is dat te verenigen?
“Ik vind dat we een aantrekkelijk mobiliteitsbeleid hebben, gericht op het verminderen van onze uitstoot, maar óók gericht op de wat onze mensen willen. We moeten wel: mensen zijn ons kapitaal – het enige wat we hier hebben, zijn mensen. En we zijn natuurlijk ook in concurrentie met andere werkgevers. Uiteindelijk is het sleutelwoord flexibiliteit. De nadruk op keuzevrijheid en eigen verantwoordelijkheid hoort bij de shift die werkgevers nu maken. Dat geldt bijvoorbeeld ook als het gaat om je werkplek. Daarvan zeggen wij ook: je bent zelf verantwoordelijk voor de keuze waar en wanneer je werkt. Dat hoort bij goed werkgeverschap.”

De nadruk ligt op flexibiliteit en keuzevrijheid. Maar nieuw, duurzaam reisgedrag stimuleren vraagt ook om sturen en verplichten.
“Ik vind eigen verantwoordelijkheid erg belangrijk, uiteindelijk bepaal je zelf hoe je naar je werk komt. En de door ons aangeboden vervoersopties zijn uiteindelijk allemaal groen. Daarnaast vind ik het behoorlijk sturend dat we zeggen: vanaf 2025 kun je geen fossiele leaseauto meer rijden. En niet iedereen is het ermee eens dat we voor reizen tot 400 kilometer de trein nemen, maar toch is dat nu een verplichting.”

Waarom heeft EY zich aangesloten bij Anders Reizen?
“Wij hebben als organisatie een maatschappelijk relevante rol. Dan moet je ook stelling durven nemen over maatschappelijke onderwerpen. Duurzaamheid, en duurzaam reizen, is een onderwerp dat ons allemaal aangaat. Dan hoor je als grote organisatie je verantwoordelijk te nemen. Eén van de manieren om dat te doen, is je aansluiten bij een coalitie als Anders Reizen.”

Wat hoopt u dat het anders en duurzamer reizen oplevert voor uw medewerkers?
“Ik hoop dat ons nieuwe beleid leidt tot meer bewustwording – hoe verplaats ik me, welke impact heeft dat op de wereld? Ik hoop ook dat die bewustwording een stap verder gaat, dat mensen ook gaan nadenken: hoe ga ik om met afval, met het milieu? En misschien leidt dat er wel toe dat mensen een kapot apparaat eerst proberen te repareren, in plaats van gelijk een nieuwe te kopen. Dat zou ik een mooi neveneffect vinden.”

Laatste nieuws