Nieuws

‘Opeens waren de geesten rijp’

Wat een paar jaar eerder niet lukte, is nu wel gelukt: TNO heeft een nieuw mobiliteitsbeleid. Vanaf begin volgend jaar worden medewerkers extra gestimuleerd om duurzamer te reizen. Duurzaamheidsmanager Jan Willem Streefkerk vertelt over de ommezwaai die TNO maakte.

Jan Willem Streefkerk is CSR-officer bij TNO

TNO is van oudsher een auto-minded bedrijf. In 2019, het jaar voor corona, waren de 3500 medewerkers samen verantwoordelijk zo’n 40 miljoen autokilometers. Maar in de afgelopen paar jaar zag Jan Willem Streefkerk iets veranderen. “Collega’s begonnen vaker de trein te nemen, ook voor internationale werkreizen, en er werd meer gebruik gemaakt van onze fietsregeling.” Als CSR-officer (Corporate Social Responsibility, ofwel: maatschappelijk verantwoord ondernemen) kreeg Streefkerk steeds vaker mails van collega’s met vragen over TNO’s reisbeleid. “Over onze CO2-uitstoot, het stimuleren van reizen met het ov, of het ontmoedigen van vliegreizen voor korte afstanden.”

Hoe verklaart hij die roep om duurzaamheid bij collega’s? Heeft de coronaperiode, waarin we massaal anders gingen werken en reizen, als katalysator gediend? Misschien – Streefkerk durft het niet met zekerheid te zeggen. Hij zag in ieder geval ook het maatschappelijk debat veranderen: “Mensen werden zich meer bewust van de klimaatimpact van hun gedrag, ineens had iedereen in mijn omgeving het over vliegschaamte.” De geesten waren rijp geworden, zo leek het. Ook bij TNO.

‘Dit mag niet nog eens misgaan’

Het waren hoe dan ook gunstige omstandigheden om aan een nieuw, duurzaam mobiliteitsbeleid te werken. In 2018 was dat ook al geprobeerd, maar mislukt: de betrokken partijen werden het niet eens over de plannen. Maar dit keer voelde het anders. Het (inmiddels nieuwe) bestuur had duurzame ambities geformuleerd. Aan Streefkerk en zijn collega’s de taak om daar concreet invulling aan te geven – onder andere door duurzaam reisbeleid te ontwikkelen. “We hadden allemaal het gevoel: we moeten iets met die auto’s. En iedereen wist ook: dit mag niet nog een keer misgaan.”

Er werd een projectgroep samengesteld. Anders dan bij de eerste poging werd dit keer gekozen voor een brede samenstelling: er zaten mensen van HR en MVO bij, maar ook collega’s van de IT, financiën en de ondernemingsraad. Een externe consultant bracht de nodige kennis over duurzame mobiliteit in. Streefkerk bereidde het nieuwe beleid grondig voor. Hij zocht zoveel mogelijk informatie bij elkaar, formuleerde heldere doelen en stelde een plan op. Het was ook de periode dat TNO toetrad tot de coalitie Anders Reizen. “Veel van de maatregelen in mijn plan kon ik één op één overnemen van Anders Reizen en de bedrijven die ons voorgegaan waren. Het lidmaatschap gaf me ook legitimiteit. Ik kon in mijn organisatie laten zien: kijk, dit is wat andere bedrijven doen op het gebied van duurzame mobiliteit, wij kunnen niet achterblijven.”

”Halverwege het jaar hadden we de nieuwe maatregelen omschreven, we hadden alles doorgerekend – voor meerdere werknemersgroepen – en financieel zat het goed in elkaar. Ik las het plan door en dacht: hier kan niemand tegen zijn.” Dat klopte: het plan werd positief ontvangen, binnen een jaar lag er een nieuw mobiliteitsbeleid. Met ambitieuze maatregelen die ervoor moeten zorgen dat medewerkers vaker met de trein, bus of fiets reizen. Wie toch een leaseauto wil, krijgt een elektrische. En voor internationale zakenreizen moet niet het vliegtuig maar de trein de norm worden, in elk geval voor reizen tot 700 kilometer. Het beleid wordt in januari 2023 ingevoerd.

Humor helpt, water bij de wijn ook

Dat dat zo snel is gelukt, is deels te danken aan de samenstelling van het team, denkt Streefkerk. “Die brede vertegenwoordiging vanuit alle afdelingen was belangrijk, dat zorgde voor draagvlak én voor snelheid bij het nemen van besluiten. En de sfeer was ontzettend goed. Natuurlijk ging het wel eens hard tegen hard, als we het niet eens werden over het vergoeden van fietskilometers of details van leasecontracten. Maar het lukte ons altijd om de humor erin te houden.”

Het was ook een kwestie van water bij de wijn doen, zegt Streefkerk. “Soms ging het mij niet ver genoeg. Ik had graag een CO2-budget voor de totale uitstoot van onze zakelijke reizen gezien. En ik had het mooi gevonden om collega’s die voor internationale reizen de trein kiezen, iets extra’s te geven, om meer mensen uit het vliegtuig te krijgen. Zoals verlofdagen, een vergoeding of een extra hotelovernachting. Dat is nog niet gelukt.”

Als we een paar jaar vooruitkijken, wat hoopt Streefkerk dan te zien? “Ik hoop dat we straks in alle lagen van de organisatie duurzaam bewustzijn zien ontstaan. Dat het niet meer alleen de ‘klimaatgekkies’ zijn die de trein pakken voor middellange afstanden, maar dat duurzaam reizen onderdeel van ons dna wordt. En wat ik écht mooi zou vinden, is als we bij TNO ons duurzaamheidsbeleid zo goed uitvoeren, dat dat voor mensen in de toekomst een reden is om voor ons te komen werken.”

3 lessen van TNO

  • Zorg voor de juiste teamsamenstelling. “Dat is cruciaal om met elkaar tot goed beleid te komen. Een brede vertegenwoordiging is belangrijk. Maar het moet ook onderling klikken. Botert het niet tussen teamleden? Wissel dan van samenstelling.”
  • Zonder draagvlak lukt het niet. “Het is een open deur, maar de betrokken partijen moeten zo’n nieuw beleid wel wíllen. Anders werkt het niet.”
  • Zorg voor een helder verhaal en duidelijke doelstellingen. “Bij ons waren de klimaatdoelstellingen duidelijk vastgelegd. Die waren het uitgangspunt voor ons beleid. Zijn die er niet, dan kun je ook geen helder beleid maken.”

Laatste nieuws