IT-bedrijven als Conclusion hebben de naam om, in de woorden van de CEO, ‘autogek’ te zijn. Hoe krijg je medewerkers dan tóch zo ver om minder, anders en schoner te reizen? Aan het woord is Engbert Verkoren, CEO van IT-dienstverlener Conclusion, Anders Reizen-lid van (bijna) het eerste uur.
Tijdens vakanties verlootte Conclusion-topman Engbert Verkoren een aantal keer zijn Tesla onder medewerkers – zelf ging hij met de trein op reis. Er werd enthousiast gebruik van gemaakt. Nee, natuurlijk laten mensen daarna niet meteen hun fossiele auto staan. Maar, zegt Verkoren, dit soort acties draagt wel degelijk bij aan de bewustwording binnen het bedrijf.
Het is kenmerkend voor zijn aanpak om medewerkers te bewegen tot duurzamer reisgedrag. Dat doet Verkoren door zelf het goede voorbeeld te geven en zijn boodschap met veel enthousiasme telkens weer uit te dragen. “Dat heeft veel meer effect dan wanneer je alleen maatregelen aankondigt. Als de leiding van een bedrijf niet de stimulator en voorbeeldgever is, dan gaat het niet werken.”
Hoe doet u dat dan, bijvoorbeeld?
“Ik reis zo veel mogelijk met de trein naar kantoor, werk veel thuis en als ik rijd, rijd ik elektrisch. Tijdens onze maandelijkse overleggen met leidinggevenden maken we als directie duurzaamheid steeds weer onderwerp van gesprek. Als wij het niet benoemen, gebeurt er weinig. Hoe meer we ernaar vragen, hoe belangrijker mensen het vinden. Langzaam maar zeker is duurzaam reizen in onze organisatie omarmt als iets dat we heel serieus in ons beleid verankeren.”
Wat is daar nog meer voor nodig?
“Duurzaam reisbeleid moet onderdeel van je strategie zijn. Als IT-dienstverlener opereren we in het hart van de Nederlandse samenleving. We werken onder meer voor de overheid, de zorg en in de energietransitie. We helpen klanten om hun digitale voetafdruk te verkleinen – IT speelt een cruciale rol in verduurzamingsoplossingen. Dan kun je niet anders dan kleur bekennen op de duurzame kaart. Daarom kijken we scherp naar de impact van onze dienstverlening en bedrijfsvoering op mens, milieu en klimaat. Mobiliteit is bij ons goed voor 70 procent van onze totale CO2-uitstoot. Dan is het niet meer dan logisch dat we inzetten op een forse vermindering van die uitstoot.”
Minder, anders, schoner
Conclusion wil de totale CO2-uitstoot van haar bedrijfsvoering en dienstverlening in 2025 verminderen met 60 procent ten opzichte van 2019. In 2028 is Conclusion fossielvrij. Een nieuwe mobiliteitsregeling, die per januari 2024 ingaat, moet voor een belangrijk deel voor deze CO2-reductie zorgen. Onder meer door medewerkers minder te laten reizen: de helft van de tijd thuiswerken is de norm. Ook wordt het gebruik van de fiets flink gestimuleerd. Wie op de fiets naar het werk komt, krijgt straks rond de 40 cent per kilometer, tegenover 21 cent voor autorijders. Wie een leasefiets aanschaft, krijgt daarvoor een financiële bijdrage. En kies je voor een modulaire en circulaire e-bike van het merk Roetz, dan draagt Conclusion nog eens extra bij.
Binnenkort, nog vóór de nieuwe regeling ingaat, ontvangt elke medewerker een OV-kaart. Ook de medewerkers die een leaseauto hebben. Conclusion onderzoekt op dit moment de (fiscale) mogelijkheden om het OV ook voor privéreizen volledig vergoed te krijgen. Verder mogen vanaf 2024 alleen nog maar elektrische leaseauto’s worden besteld. Per 2028 moet het wagenpark helemaal elektrisch zijn. En: wie niet het hele jaar een auto nodig heeft, kan ook voor een bepaalde periode een leaseauto krijgen.
Het nieuwe beleid van Conclusion is gericht op belonen en motiveren, en zo medewerkers te verleiden tot andere vervoerskeuzes. Een aantal maanden geleden riep gedragswetenschapper Reint Jan Renes CEO’s op om daarnaast ook schurende maatregelen in te voeren, die de keuze voor de auto moeilijker maken. Hoe kijkt u daar tegenaan?
“Van een aantal Anders Reizen-bedrijven weet ik dat ze inderdaad autogebruik ontmoedigen, door bijvoorbeeld parkeerplaatsen weg te halen. Daar ben ik wel voor, maar dat is bij ons nog niet als beleidsregel uitgewerkt – dat is gewoon heel ingewikkeld. En de ellende is: bij ons hoofdkantoor in Utrecht zit een gigantische parkeergarage, daar is altijd plek.”
De auto blijft een constante factor?
Het beeld van de traditionele IT’er is dat van een man die elke ochtend in zijn auto stapt. Voor een deel klopt dat beeld ook – al werken bij ons veel vrouwen, trouwens – maar corona heeft veel veranderd: niemand wil meer vijf dagen per week in de auto zitten. En voor steeds meer jonge medewerkers is de auto geen basisvoorwaarde meer, zeker als ze in steden wonen waar helemaal geen plek is voor een auto.
Dat gezegd hebbende: we zijn een dienstverlenend bedrijf, we doen veel werk op locatie van klanten. Die zitten in het hele land, óók op plekken die niet makkelijk met het OV te bereiken zijn. Een auto is dus gewoon nodig om ons werk te kunnen doen. Maar met onze maatregelen gaan we wel de autokilometers flink omlaag brengen. En vanaf volgend jaar mogen er dus geen benzineauto’s meer worden besteld. Zo’n 18 procent van onze medewerkers gaat dat niet leuk vinden, hebben we in kaart gebracht.”
Hoe krijgt u die medewerkers toch mee?
“Van een aantal van hen weten we dat ze vooral praktische bezwaren hebben. Voor die categorie hebben we oplossingen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld gratis opladen in het buitenland, als ze met de leaseauto met vakantie gaan. En tot 2028 mogen mensen een vakantie-auto meeleasen, waarmee ze hun caravan kunnen trekken – dat kunnen niet alle elektrische auto’s even goed. Op die manier maken we de overgang naar een elektrische auto aantrekkelijk. Daarnaast blijven we uitleggen, onder meer met een bewustwordings- en activeringscampagne die we gaan starten, dat we vanaf 2024 toch echt overstappen op elektrisch. En ook: waarom we dat doen, en hoe het bijdraagt aan onze duurzaamheidsdoelstellingen. Het is trouwens niet altijd onwil, soms is het ook onbekendheid; mensen hebben geen beeld wat elektrisch rijden echt is. Om die reden gaan we EV-demodagen organiseren.”
Conclusion is onlangs uitgebreid naar Zuid-Afrika. Wat betekent dat voor de duurzame ambities op het gebied van reizen?
“In Zuid-Afrika hebben we mensen zitten die vanuit huis werken. Tot heel veel extra reisbewegingen zal het dus niet leiden. Het samenwerken gaat grotendeels virtueel. Er zal af en toe wel gevlogen moeten worden door een manager of projectleider, maar dat zal eerder uitzondering zijn dan regel. Maar het betekent wel dat we een beleid op vliegreizen gaan opstellen. Daar moet je van te voren heel duidelijk over zijn: alleen vliegen als dat noodzakelijk is, niet met te veel mensen, geen businessclass – dat beleid is nu in ontwikkeling.”
Tot slot: onder Conclusion zijn zo’n 30 bedrijven verenigd, met elk hun eigen identiteit en bedrijfsvoering. Geldt de nieuwe regeling voor alle bedrijven? Valt daarop te sturen?
“Wij zijn niet georganiseerd als een grote corporate, met managers die je centraal kunt aansturen. We zijn een ecosysteem van bedrijven, die autonoom opereren. Dat betekent dat je via de ondernemende directeuren je beleid moet uitrollen. Voor ons als directie betekent het, dat wij voor elk onderwerp bekijken: wat motiveren en stimuleren we, en waarvan zeggen we: zo gaan we het doen? Als het gaat om duurzaamheid en anders reizen hebben wij de grenzen verkend, veel praatjes gehouden, mensen enthousiast gemaakt. Voor ons nieuwe mobiliteitsbeleid geldt dat bedrijven zelf kiezen in welk tempo ze dat invoeren. Het enige wat straks niet meer mag, is benzineauto’s bestellen, en vanaf 2028 mogen ze er helemaal niet meer zijn. Dat past niet helemaal bij onze cultuur, dat afdwingen, maar dat hebben we wel gedaan. 80 procent van de bedrijven gaat er meteen gebruik van maken, 20 procent blijft nog even bij de eigen regeling.
Hoe we de grote meerderheid meteen hebben meegekregen? Door een extreem aantrekkelijke regeling te maken. Het is nu zelfs zo dat klanten ons vragen of we ze kunnen helpen met het inrichten van hun mobiliteitsregeling. Dat valt natuurlijk niet onder de diensten die we normaal leveren, maar we doen het graag. Maar wat ook gewoon zo is: de tijdsgeest is aan het veranderen. Je merkt het in gesprekken – met medewerkers, sollicitanten, klanten: duurzaamheid wordt belangrijk gevonden. Het momentum is daar. En dan is het een kwestie van doorpakken.”